Verslagen |
Lezing Edward William Elgar
Anne-Mieke Schuiten
Edward William Elgar (sinds 1904 mocht hij de titel Sir dragen) werd op 2 juni 1857 geboren in een klein dorpje in Worcester Engeland. Hij kwam al vroeg met muziek in aanraking omdat zijn vader een muziekwinkel dreef en hij zichzelf een behoorlijk aantal muziekinstrumenten leerde bespelen. Voor het grootste deel van zijn vaardigheden was hij autodidact en daardoor kostte het hem veel meer moeite een reputatie op te bouwen en erkenning te krijgen voor zijn werk. Gedurende de jaren 1880 tot 1900 componeerde en dirigeerde hij voor de lokale muziekwereld, gaf vioolles en speelde orgel. In 1889 trouwde hij met één van zijn leerlingen, Caroline Alice Roberts, een telg uit een zeer gegoede familie. Aangezien Edward niet ‘van stand’ werd geacht door deze familie ondervond het stel veel tegenwerking. Maar Caroline ontpopte zich als zijn grootse steun en toeverlaat en dat maakte dat hij zich volledig kon toeleggen op het componeren.
Bekende werken van Elgar zijn ‘Serenade voor strijkorkest’ (1892), ‘Imperial March’(1897) en zijn meest bewonderde werk ‘Enigma Variaties’(1899). Deze laatste werken zijn gebaseerd op een basismelodie van waaruit Elgar variaties maakte, aangeduid met de voorletters van degene aan wie de variatie is opgedragen bv C.A.E. ( Caroline Alice Elgar, zijn vrouw) óf een verwijzing naar een gebeurtenis met een bepaalde persoon bv Nimrod ( naar een gesprek tussen hem en een vriend over de componist Beethoven). Met de ‘Enigma Variaties’ maakte hij een doorbraak en werd de meest bekende componist van zijn tijd. Verder componeerde hij de vijf ‘Pomp and Circumstances’ marsen , welbekend van de ‘Proms’. In de eerste mars zat een melodie die later werd voorzien van woorden en zo ontstond het lied ‘Land of Hope and Glory’. Daarnaast schreef hij tal van religieuze werken, liederen, koorwerken, toneelmuziek, symfonieën, kamermuziek en orkestrale werken met solo-instrumenten waaronder een vioolconcert en een celloconcert. Kortom, een zeer uitgebreid en breed oeuvre .
In 1920 stierf zijn vrouw en met haar veel van Elgar’s inspiratie tot componeren. Zij was in veel opzichten de drijvende kracht achter zijn composities en heeft nog mee kunnen maken dat hij wereldwijd erkenning kreeg en alom geprezen werd. Pas in 1928 pakte hij de draad weer enigszins op en begon aan een aantal grote nieuwe werken. Kort daarop werd hij ziek en stierf op 23 februari 1934 op 77 jarige leeftijd.
Deze lezing werd verzorgd door ‘onze’ docente muziekgeschiedenis Alice van Rossem. Zij deed dit op haar eigen karakteristieke wijze en wist haar publiek bijna twee uur lang te boeien.
Lezing "De boer op" Op dinsdag 15 oktober jl. vierden we het 108 jarig bestaan van NVVH-VNW – Apeldoorn.
Er waren ongeveer 45 leden die deze middag bezochten. Bij de thee/koffie waren er veel lekkere hapjes (met dank aan Aline) en in de pauze was er een glaasje met nog meer lekkere hapjes (met dank aan Anne-Mieke). In de overige tijd heeft conferencier Irene van der Aart een leuke voorstelling gegeven onder de titel "De boer op". Het betreft een voorstelling van haar eigen ervaringen van haar plattelandsidylle met Boer vanuit Randstedelijk perspectief gezien. In 2003 leerde ze tijdens een reis naar Cuba Boer kennen, een melkveehouder uit de Achterhoek (Varsseveld) Inmiddels is ze 17 jaar verloofd met Boer. Voor de pauze konden we genieten van alle misverstanden die ontstaan door het taalprobleem en de cultuurverschillen. De verschillende sketches waren voor velen heel herkenbaar. Inmiddels is ze een echte Achterhoekse geworden, hoewel ze ook nog steeds een paar dagen in een woongemeenschap in Amsterdam woont. Boer is nu gestopt met het melkveebedrijf. Ze heeft over haar ervaringen twee boeken geschreven: "De boer op" en "Uitgemolken". Na de pauze heeft ze ons op ludieke manier laten zien hoe we met voedsel omgaan. Als er maar iets moeilijks op het etiket staat, is het per definitie beter en betalen we er grif meer geld voor.
Ans van Kesteren
Surinaamss kunst
Ingrid Braam heeft de aftrap van de maandbijeenkomsten na de zomerstop gedaan. Ze is kunsthistoricus en gespecialiseerd in Surinaamse kunst. We kregen verschillende afbeeldingen van kunstwerken te zien en Ingrid vertelde over de betekenis van deze kunstwerken.
Surinaamse kunst is een parapluterm, want er zijn verschillende culturen zichtbaar binnen de Surinaamse samenleving. Deze verschillende culturen zijn allemaal terug te voeren tot het slavernijverleden. Nadat de slavernij was afgeschaft moest het tekort aan werknemers op de plantage ingevuld worden en werden er arbeiders uit Indonesië, China, India of Zuid-Amerika gehaald. Elke groep heeft haar eigen cultuur en tradities. Naast de inheemse Winti cultuur is er ook hindoestaanse cultuur, naast de Javaanse cultuur is er de Chinese cultuur.
Hoewel de Surinaamse kunst nauw is verbonden met Nederland is de invloed van alle culturen en zwart feminisme terug te vinden.
Het zwart feminisme voert terug op de Surinaamse vrouwen die voor haar eigen kinderen en voor de kinderen van andere vrouwen zorgden. Suriname heeft een matriarchale samenleving en dat heeft ook weer te maken met het slavernijverleden. De vrouwen moesten zorgen voor de kinderen en vaak ook de taken van de mannen overnemen. De doorwerking hiervan zie je terug in het feit dat de vrouwen achter de schermen aan de touwtjes trekken. Moederdag wordt er bijvoorbeeld groots gevierd om stil te staan bij de moeder en de moederfiguren.
Een voorbeeld van een powervrouw is Hilly Axwijk (1934-2004). Ze verhuisde in 1967 van Suriname naar Nederland en was vrouwenrechtenactivist waarbij ze zich inzette voor de bewustwording van de eigen cultuur binnen het emancipatieproces.
Iris Kensmil is beeldend kunstenaar en verbeeldt de kracht van zwarte mensen vanuit een feministisch perspectief. Zij heeft een kunstwerk ter ere van Hilly Axwijk gemaakt. Het beeld geeft de nationale bloem van Suriname weer en die bloem is een metafoor voor levenskracht plus de kracht om aan anderen te geven. Een ander werk van Iris Kensmil is New Utopia Begins Here.
Voormoeders spelen vaak een rol in de Surinaamse kunst, het zijn de rolmodellen. Van Ken Doorson is Manumissio Pauline, deze vrouw heeft een briefje in de hand als teken dat zij was vrijgekocht.
Rebelse trots (2015) is van patricia kaersenhout (Den Helder 1966) (zij schrijft haar naam bewust niet in hoofdletters) en is een portretdoek omdat vrouwenhandwerk als inferieur werd gezien. De details van Rebelse trots zijn textiel en kralen en geeft een belangrijk symbool van onderdrukking en marginalisatie weer. Tijdens de slavernij gaven vrouwen boodschappen aan elkaar door dmv van handwerken. Van dezelfde kunstenares is ook Guess who’s coming to dinner too? Het kunstwerk bestaat uit een driehoek van tafels die gedekt zijn vanuit Surinaams perspectief en gebaseerd op het Winti geloof en ook door een Winti priesteres is gezegend. Het kunstwerk was een reactie op The Diner Party, een tafel met witte vrouwen vanwege hun bijdrage aan de wetenschap.
We kregen veel kunstwerken te zien en het wordt teveel om ook de uitleg erbij te geven dus nu even de namen van de andere kunstwerken en alles is op google te vinden.
Out of History van Iris Kensmil: Elisabeth Samson (1715-1771). De moeder van Elisabeth was slaafgemaakte, maar Elisabeth was vrij geboren. Ze werd rijk door de handel en.. ook door de slavernij. www.amsterdammuseum.nl/out-of-history Natasje Kensmil: de Regentessen; https://natasjakensmil.nl/
Carlos Blaaker geeft de negatieve verbeelding van de watermeloen weer. De afbeelding toont Useless still life. https://carlosblaaker.com/
Razia Barsatie werkt oa. met specerijen en kruiden en brengt via kruiden de onderdrukking van de vrouw naar voren. Kruiden staan voor verschillende emoties en hoop https://www.raziabarsatie.com/
Chequita Nahar met Wasi Sani waarbij ze de invloed van de verschillende etnische groepen uit Suriname in sieraden weergeeft. Sieraden hebben een culturele en spirituele betekenis. Wasi is reinigingsritueel, granaatsteen houdt het kwaad op een afstand en goud geeft bescherming. Blauw bied bescherming tegen het boze oog.
AiRich (1991) Back to the future - ze maakt fotoportretten en bewerkt ze tot schilderijen. https://www.airich.nl Den Doro betekent We zijn aangekomen. Het is een ode aan de traditionele hoofddoek ^ https://amsterdam.wereldmuseum.nl/nl/wereldverhalen/een-hoofddoek-met-een-geheime-taal De muziek bij aanvang van de lezing was van Max Woiski Sr. met het lied Toe Bromtjie: hoe kun je zeggen da k niet mooi ben.
Verslag Lezing Boerenmagie
Aline Jansen
Jan Bornebroek heeft in rap tempo ons meer kennis bijgebracht over boerenmagie. Boerenmagie heeft weinig met de hedendaagse boer te maken, maar gaat terug tot in de tijd dat het christendom nog niet in ons land was gearriveerd. Er werd geloofd in natuurkrachten, de god Wodan en allerlei ander onheil waartegen de mens zichzelf moesten beschermen. Dat werd voornamelijk gedaan door het aanplanten van specifieke bomen, door merktekens op huizen aan te brengen en offerplaatsen. Godsdienst had te maken met de aspecten van het dagelijks leven. Vee was belangrijk voor de bewoners van Nederland en de vondst van offerplaatsen laat zien dat dit een grote rol in het geloof van de bevolking speelde. Daarnaast werd er aan de omgeving een bovennatuurlijke betekenis gegeven; rivieren, bossen en bronnen werden gezien als
scheppingsdaden van de oergoden. In moerassen en veengebieden zijn veel voorwerpen en altaren teruggevonden die gezien worden als offergaven.
In de 8e eeuw begon de kerstening in Nederland. Karel de Grote begon van 772-804 een oorlog om Saksen onder zijn bewind te krijgen. Saksen werd met zwaar militair geweld veroverd, de plaatselijke bevolking werd met aanzienlijke wreedheid onderworpen, ze werden gedwongen het Rooms-Katholieke geloof aan te nemen (door de Rooms-Katholieken kerstening genoemd) en grote groepen jonge mannen werden verdreven. De Saksische gebieden werden zo onder controle gebracht van het Frankische Rijk. En zo langzamerhand werd het christelijk geloof, vaak onder dwang en met geweld, ingevoerd.
Maar de tekens verdwenen niet. Ze werden op huizen aangebracht om het huis en de familie te beschermen. Runen zijn de oudste taaltekens. Het stiepelteken X is de zandloper en die staat voor een eindig leven wat toch ook oneindig is. Als de zandloper in twee kleuren is geschilderd dan is de boerderij niet van de bewoner. Bij boerderijen wordt ook vaak in het stalraam de zonnecyclus gezien. Op boerderijen en huizen zijn verschillende symbolen aangebracht zoals bijvoorbeeld vruchtbaarheidssymbolen. Ook zijn er tekens te vinden van het beroep van de eigenaar van de woning. Het bekendste teken is waarschijnlijk het symbool voor de arts: een staf met daaromheen een slang; de zgn esculaap.
Dit symbool gaat terug tot de Griekse mythologie. Het was het symbool van Asklepios (Lat. Aesculapius), de Griekse god van de geneeskunde.
Naast de verschillende symbolen werden ook planten en bomen gebruikt om onheil af te weren. Een takkenbezem tegen de woning of de staldeur om vruchtbaarheid te bevorderen van zowel de vrouw als de oogst. De takkenbezem werd vervolgens ook ingemetseld; de zgn metseltekens. Er zijn vrij veel metseltekens te vinden. Ze gaan vaak terug tot de middeleeuwen en hebben allemaal hetzelfde gemeen: bescherming bieden aan de bewoners en /of vee. Maar ook duivelsdrek, het hars van de reuzenvenkel, werd wel in de stal begraven als afschrikmiddel voor de heksen en ander gespuis, heksenkruiken werden ook onder de staldeur of onder de open haard geplaatst.
De eik staat voor kracht en een eikel bij je dragen zorgt voor een jeugdig uiterlijk. De hazelnoot staat voor vruchtbaarheid en de hazelaar betekent bevelskracht. De hazelaarstok van de bode werd gebruikt bij onderhandelingen. De lindeboom beschermt tegen bliksem en hekserij en bevordert de rechtvaardigheid. De lijsterbes staat ook voor vruchtbaarheid en beschermt tegen hekserij.
Planten hebben vaak een geneeskrachtige werking. Zo helpen violen tegen hoofdpijn, St. Janskruid tegen hekserij, boerenwormkruid maakt je onzichtbaar voor vijanden Jan Bornebroek noemde nog veel meer afschrik- of beschermingsmagie. Teveel om op te noemen, maar of de boerenmagie anno 2024 nog werkt krijgen we niet bevestigd.
Verslag Lezing Schotland
Ineke Kers
Een lezing door de dhr B. Broekhuizen - gekleed in Schotse klederdracht - over de geschiedenis van Schotland. Hij begon met een overzicht van de achtereenvolgende tijdperken.
Na de ijstijd ongeveer 14.000 jaar geleden, waren de eerste bewoners jagers- verzamelaars. Rond de 13e eeuw ontstonden de clans; zij hebben een grote rol gespeeld in de geschiedenis van Schotland.
Iedere Clan heeft zijn eigen Kilt/Tartan, dit is een geruite geweven doek met horizontale en verticale strepen; ze komen uit de Schotse hooglanden.
De Schotse klederdracht wordt nog gedragen op bruiloften, bij de Highland games en bij Ceilidhs door dansers en de band.
dhr Broekhuizen liet prachtige foto’s zien over Schotland en de natuur. En hij gaf uitleg over het clanssysteem. Ook bracht hij Schotse muziek ten gehore, o.a. van doedelzak, zang en viool. Hij kon enthousiast vertellen. Na afloop werden nog vragen gesteld en beantwoord.
Het was een leuke middag,
Muziekgeschiedenis
Aline Jansen
Tijdens de bijeenkomsten muziekgeschiedenis stonden de blaasinstrumenten centraal. Alice liet veel voorbeelden zien en had zelf ook materialen meegenomen om ons te laten zien. We kennen nu de verschillen in de verscheidenheid van blaasinstrumenten; we weten waar het mondstuk voor dient en hoe de instrumenten werken. Naast de kennis over de instrumenten luistereden en keken we ook naar verschillende muziekuitvoeringen voor blaasinstrumenten. Het waren interessante middagen. De volgende muziekgeschiedenisdata zijn onder voorbehoud al genoteerd op 8, 15 en 22 november. Het onderwerp is nog niet bekend, maar dat wordt dan in onze programmagids vermeld.
"Kroonjuwelen van 't Loo"
Ans van Kesteren
Een lezing door dhr. Huttinga, die al 38 jaar jachtopzichter is bij het Kroondomein 't Loo.
In 1684 kocht Stadhouder Willem III het Oude Loo en 3.000 ha bos, na 1901 werd er nogmaals 6700 ha bos bijgekocht. Prins Hendrik liet, voor het personeel dat in het Kroondomein ging werken, huizen bouwen in Mecklenburgerstijl. Dhr. Huttinga bewoont zo'n woning aan de noordkant van het domein in de buurt van Gortel. Hij heeft als hobby natuurfotografie.
Alle herten leven van eind november tot begin maart in een roedel. In het voorjaar krijgen zij een groot gewei als sieraad en als wapen. In een serie prachtige foto's zien wij de razendsnelle ontwikkeling van het gewei en het afvegen van de vellen die om de nieuwe geweien zitten, de gevechten en horen we het burlen.
Wilde zwijnen leven in rotten (groep) van zo ongeveer 20 zwijnen en zo’n rotte wordt per foto en filmpje gevolgd. Hun jongen, de frislingen, hebben een streepjespak als camouflage. Vossen verschalken nog wel eens een langzame frisling. Zwijnen eten voedsel boven en onder de grond, hun neus is het belangrijkste deel van hun snuit.
Dhr. Huttinga is een enthousiaste verteller bij zijn prachtige foto's en filmpjes over prachtige vogels, roofvogels, de zeldzame waterpaddenstoel en andere mooie exemplaren. Er zijn meer dan 5000 soorten zwammen in het Kroondomein.
In het Kroondomein leven 30 wolven, zij verstoren echter het natuurlijke evenwicht. Jaarlijks overleven bijv. maar enkele reekalfjes de jacht door de roedel wolven.
Er zijn ongeveer 2000 aanrijdingen met wild per jaar.
Kortom er was zo veel moois te zien en interessants te horen , dat het onmogelijk is om alles te benoemen.
Museumgroep
Aline Jansen
Met 10 dames hebben we de tentoonstelling ‘Frisse Wind, Impressionisme van het noorden’ bezocht. Een prachtige tentoonstelling met diverse kunstenaars. Daarnaast had Levi van Veluw een tentoonstelling ‘Labyrinth of memories’. Een wonderlijke tentoonstelling van diverse objecten. Het labyrint van geheugen is een toepasselijke naam. Alles zit verstopt in gaatjes, overal liggen stukjes glas of andere materialen waarin je het symbool van vergeten stukje herinneringen kunt zien. De rondgang langs een flinke verzameling hoofden, die van een brok klei steeds meer vorm kregen totdat het een hoofd werd, was ok imponerend. Een mooie tentoonstelling en zeker een bezoek waard.
Lezing Zonnebloem door Aline Jansen
Anne-Mieke Schulten
Nationale Vereniging de Zonnebloem is eind jaren 40 in de vorige eeuw opgericht. Het streven van deze vereniging is om het leven van mensen met een lichamelijke beperking zodanig te verrijken dat zij niet in een isolement vervallen. De Zonnebloem draait grotendeels op vrijwilligers, zowel de regionale als de plaatselijke besturen. De landelijke directie bestaat uit betaalde krachten. De vele duizenden vrijwilligers zijn iedere dag actief om het welzijn te bevorderen en hulp te bieden aan mensen met een lichamelijke beperking als gevolg van bv een langdurige ziekte of gevorderde leeftijd. Deze beperkingen kunnen zowel een lichamelijke als fysieke beperking zijn dus bv niet meer kunnen lopen als slecht kunnen zien.
Apeldoorn kent op dit moment nog 4 afdelingen met ieder een eigen bestuur bestaande uit voorzitter, penningmeester, secretaris, een bestuurslid activiteiten en een bestuurslid bezoekdienst. Aanmelding voor de Zonnebloem kan door de deelnemer zelf gedaan worden of door de familie. Alle potentiële deelnemers worden persoonlijk bezocht en dan vindt er een screening plaats of deelname wel/niet wenselijk is. Een reden om niet te kunnen deelnemen kan bijvoorbeeld zijn wanneer de aanvrager nog voldoende activiteiten om handen heeft of wanneer er sprake is van (beginnende) dementie.
Oók de vrijwilligers doorlopen vooraf een screening waarbij een goed beeld van de betrokkene verkregen wordt . Het is immers belangrijk om een goede match tussen deelnemer en vrijwilliger te kunnen maken.
De activiteiten die door de Zonnebloem verzorgd worden zijn zeer divers en kunnen variëren van een wandeling, bezoekje thuis en bioscoopbezoekje tot een dagje uit of korte vakantie. De meeste mensen kennen de Zonnebloem van de bootvakanties met een volledig aangepaste boot zodat óók bedlegerige deelnemers mee kunnen. Voor deze reizen zijn héél véél vrijwilligers nodig. Voor deelnemers zijn dit vaak relatief dure reizen. Voor de overige activiteiten betalen de deelnemers een eigen bijdrage of eigen gemaakte kosten. De extra kosten die de lichamelijke beperking met zich meebrengt, zoals aangepast vervoer of kosten voor zorg en begeleiding, worden vanuit donaties aan de Zonnebloem betaald. Vrijwilligers doneren uitsluitend tijd en hun gemaakte kosten worden door de donateurs betaald. Een bekende donateur is de Postcodeloterij, maar ook andere fondsen en loterijen dragen zorg dat de kosten betaald kunnen worden. Daarnaast wordt er ieder jaar een lotenverkoop op touw gezet. Ook dat brengt geld in de kas voor de afdelingen.
Meer informatie over de Zonnebloem, aanmelden als deelnemer of, waar altijd behoefte aan is, als vrijwilliger is de vinden op de website: www.zonnebloem.nl naar beneden scrollen en bezoek aan huis aanklikken. Vervolgens postcode inc. letters intikken en dan komt de afdeling naar voren.
Na de vergadering krijgen de dames die in de periode van 2010 – 2014 lid zijn geworden: Erica van der Burgh, Annemarie Bijlsma, Francien Puype, Dicky Kloosterman, Ria Kemmink, Corinne Voetee, Wil Jekkers, Ans van Kesteren, Thea Jansen, Nel Veldt, Ineke Urbach. Lies Maat krijgt ook bloemen want zij doet inmiddels 20 jaar de ledenadministratie en daarvoor was ze vijf jaar bestuurslid.
Het geweten van Indië door Vilan van de Loo
Aline Jansen
Johannes van de Steur, pa van de Steur, 1865-1945 werd als zendeling bekend. Vilan van de Loo heeft een biografie over hem geschreven.
Hij was geboren in een warm en christelijk gezin. Zijn ouders waren lid van de zevende dag baptisten en deze kerkgemeenschap, Parklaan 21 in Haarlem. Het is een besloten gemeenschap met een sterk collectief geheugen wat het onderzoek naar de jeugd van Johannes van de Steur gemakkelijker maakte. Binnen het gezin heersten een paar richtlijnen: wat vindt God ervan en doen we wat God van ons wil. Dat was toen ook het wel het sociale tijdsbeeld. Het was een tijd van hard werken en van bittere armoede. Er heerste cholera en tyfus. Het gezin Van de Steur was ook arm, maar zat financieel gezien net een laag boven bittere armoede. Johannes werkte bij de bakker en had niet doorgeleerd. Toen hij 17 jaar oud was ging hij met zijn vriend Gerard Velthuyzen een zondagsschool beginnen. Daar kregen de arme kinderen lezen en schrijven. Ze kregen daardoor ook informatie over de thuissituatie. Syfilis was bijvoorbeeld een ziekte die veel voorkwam en niet te genezen was. Er werd een zedelijkheidsoffensief gestart met betrekking tot ‘gevallen vrouwen’ ofwel prostituees. Johannes en zijn vriend Gerard gingen aan de voordeur bij de bordelen staan en vroegen de heren die naar binnen gingen of naar buiten kwamen ‘of dit bezoek nu was wat God van hen wilde’. Ze werden regelmatig bedreigd en ook wel in elkaar geslagen maar ze waren koppig en gingen door. Op een gegeven moment werd Johannes naar Harderwijk overgeplaatst. De kazerne in Harderwijk was de uitvalsbasis voor jongens die naar de Oost gestuurd werden. Ze kregen handgeld mee en de prostitutie kon daardoor floreren. Tussen 1814 -1909 vertrokken in totaal 150.000 jonge mannen richting de Oost. Johannes van de Steur kreeg een boodschap van God dat hij ook naar Nederland-Indië moest gaan. In 1893 komt hij in Java aan en huurt een huis en begint daar de KNIL militairen goede zeden bij te brengen. Er waren 200 militairen aanwezig. Een militair zegt hem dat hij er beter aan deed om halfwezen op te vangen. Dat was de start. Er kwam een moeder met vier kinderen bij hem wonen. De jongen vroeg: hoe zal ik u noemen? Pa of oom? ‘Wat je zelf fijn vindt’ zei Johannes. En het werd pa van de Steur en zo bleef het al die jaren. Binnen acht maanden had hij 14 kinderen plus de soldaten in zijn huis wonen. Het werk werd hem teveel en hij schreef zijn moeder dat hij een vrouw nodig had. Zijn moeder besliste anders en zijn zus Marie kwam over. Zij kon niet goed tegen het klimaat in het toenmalig Ned. Indië, maar bleef op haar post omdat ze vond dat ze nodig was. Ze trouwde en begon met haar echtgenoot ook een kindertehuis.
Pa van de Steur startte met het blad “Onze kleine bode” en stuurde dit aan allerlei mogelijk organisaties en bekende ‘gulle gevers’. Een vorm van marketing en fundraising. Ook koningin Emma doneerde aan zijn tehuis. Er kwamen vrijwilligers en hij kreeg geld. Foto’s in het blad illustreerden de opvang van de kinderen: slaapzalen met bedden. Meisjes en jongens sliepen in aparte zalen. Pa sliep zelf op de jongensslaapzaal. Van de Steur vond zijn huwelijk de grootste fout van zijn leven. Waarschijnlijk vooral voor zijn vrouw want ook tijdens zijn huwelijk bleef hij op de jongensslaapzaal slapen.
Het werd een goed geolied bedrijf waarbij de jongens en meisjes een opleiding kregen. Alle meubels voor het tehuis, inclusief de bedden, werden allemaal zelf gemaakt. De opleiding voor de jongens was technisch en voor de meisjes was de opleiding gericht op dienstbaarheid. In de jaren na 1917 werd hij een bekendheid en werd tevens het geweten van voormalig Ned. Indië. En zoals bij zoveel zaken kunnen we wel een paar vraagtekens bij dit alles stellen:
Naast Van de Steur waren nog meer organisaties met ‘liefdadigheid’ bezig. Het hele verhaal moeten we in de vooroorlogse tijdsgeest plaatsen. Het is altijd een enerzijds – anderzijds verhaal. De gezondheid van Johannes van de Steur heeft in het Jappenkamp sterk geleden en hij is door de vereniging van de Steurtjes opgevangen en verzorgd. Hij overleed kort na de bevrijding.
https://www.s-i-d.nl/pa-van-der-steur/ De meisjesspeelplaats te Magelang
Lezing De ontstaansgeschiedenis van Sinterklaas
Ans van Kesteren
Op dinsdag 21 november heeft Dorinde Smit Duyzentkunst een lezing gegeven over het ontstaan en de gebruiken van het sinterklaasfeest. Het begint in de 5e en 6e eeuw met een geloof gebaseerd op de goden Wodan en Odin, die de braven belonen en de slechten straffen.
In eerste instantie was het feest van St. Maarten (11 nov.) veel belangrijker dan het feest van Sint Nicolaas, en dat is lang in Limburg zo gebleven. Door de tijden heen heeft het zich ontwikkeld tot een volksfeest. Bij beide feesten draait het altijd om iets geven: eten, snoep etc. ; beide heiligen (Sint Maarten en Sint Nicolaas) hebben een hekel aan armoede.
Rond 1850 heeft en onderwijzer - Jan Schenkman - een boek geschreven over Sint Nicolaas, waarin de verplichte kleding, gebruiken etc. zijn vastgelegd. Na de Tweede Wereldoorlog komen er pas Zwarte Pieten op de boot uit Spanje voor.
We hebben ook geluisterd naar een stuk uit een conference van Toon Hermans over Snieklaas (1974), dat was voor iedereen een feest van herkenning en ook de stukjes van Simon Carmiggelt en Annie M.G. Schmidt.
Met een lekker kopje thee, koffie èn een speculaasje was het een gezellige middag met een leuke lezing
Muziekgeschiedenis
Aline Jansen
Wat hebben we genoten van de muziekgeschiedenis met het thema Zuid-Amerikaanse muziek.
Veel Zuid-Amerikaanse componisten hebben in Europa muziek gestudeerd en vandaaruit ook de Europese invloeden meegenomen. Deze Europese invloeden hebben ze gecombineerd met Zuid-Amerikaanse volksmuziek. Deze mengeling is soms te horen in het ritme, een andere keer weer in het gebruik van typische volksinstrumenten. Volksinstrumenten zijn van natuurlijke materialen gemaakt en hebben daardoor een bijzondere klank. Het waren de instrumenten die vaak bij etnische stammen gebruikt werden. Een voorbeeld is de panfluit. We herinneren ons allemaaal
De aftrap was de Tango. Er zijn vrolijke tango’s maar met Mi noche Triste (Mijn trieste nacht) uit 1917 en gezongen door Carlos Gardel wordt er een ander repertoire toegevoegd aan de bestaande tangoklanken. Astor Piazolla blaast de tango nieuw leven in met zijn ‘tangao nuevo en vanaf de jaren 1980 is er in Europa ook een hernieuwde belangstelling voor de tango.
Via missieposten werd de katholieke religieuze muziek in Zuid-Amerika verspreid en komen de Europese instrumenten vaker aan bod. Vaak aangevuld met de traditionele lokale muziek. Missa Criolla is hier een voorbeeld van. Een mengeling van traditioneel met Europese invloeden. Op YouTube en Spotify zijn verschillende uitvoeringen te vinden. Ook José Carreras en Mercedes Sosa hebben zich aan de Misa Criolla gewaagd. Het zijn prachtige uitvoeringen.
Heitor Villa-Lobos schreef de Bachianas Brasilieras. Bach op z’n Braziliaans en bestaat uit negen composities waarbij de Braziliaanse volksmuziek vermengt werd met de muziek van Bach. Ook te vinden op YouTube of Spotify. Het was een erg interessante muziekgeschiedenis. Wie er niet bij was heeft dus wat gemist. In maart gaat Alice van Rossem ons bijpraten over de verschillende blaasinstrumenten.
Lezing: Gerda Marsman: Solo fietstocht door Alaska
Aline Jansen
Gerda had haar fiets weer meegenomen en dit keer ook haar fietssleuteltje. Dat was toch iets gemakkelijker binnenkomen voor haar. Ze had weer een prachtige lezing voorbereid. Alaska is de grootste staat van de Verenigde Staten en ongeveer zo groot als Spanje. Alaska grenst in het oosten aan Canada en verder is het omringd door de zeeën. Gerda heeft heel wat kilometers moeten afleggen om Alaska te doorkruisen. Ze slaapt in haar tentje, overal waar ze maar kan en mag staan. Een meertje of een beekje in de buurt is wel zo fijn want ze wil zichzelf wel eens lekker wassen, en haar kleding ook. Uiteraard moet de slaapplek wel veilig zijn en we zagen dat ze ook wel in natuurreservaten heeft overnacht. Af en toe wil ze ook wel een paar dagen in een gewoon bed slapen dus dan doet ze de steden aan. Zoals bijvoorbeeld Talkneeta. Talkneeta ligt aan de voet van de Mount Deenali. Het is een geliefde berg voor bergbeklimmers en de berg bied mooie uitzichten. Want, al lijkt het alsof het doel voor Gerda alleen maar het fietsen is, ze ziet onderweg ook van alles en geniet vooral van de mooie natuur. Het is wel een eenzame tocht maar daar kiest ze ook bewust voor. Ze geniet van de stilte en de geluiden uit de natuur. Normaal gesproken ziet ze geen beren op de weg maar ze kwam er daadwerkelijk een tegen. En dan is haar tactiek om rustig te blijven, op een rustige toon, en in het dialect, tegen het beest praten, ondertussen een foto nemen en daarna snel wegwezen.
De mensen die zij in Alaska sprak waren verbaasd dat zij geen geweer bij zich had.
Hoe ging zij zich dan verdedigen? "Nou, ik kan ook niet schieten dus dan heb je niks aan een geweer. Dat is alleen maar ballast”. Gelukkig kwam ze een groep jagers tegen en zij mocht met hen mee op jacht. Maar, ze moest wel op een paard rijden, leren schieten en dezelfde diensten draaien als de mannen. Geen probleem voor Gerda. Zij staat haar mannetje wel en stond ook ’s nachts op wacht, heeft leren schieten en deed hetzelfde wat ook de mannen deden. Toen er een helikopter kwam is zij weer mee teruggegaan, uit de bergen naar haar fiets en fietste weer verder.
Totdat ze bij het eindpunt kwam.
Museumgroep
Joke Helwig
Op donderdag 24 augustus stond Rotterdam op de agenda en wel het Wereldmuseum. Er was een tentoonstelling genaamd: Geen woorden maar draden. Met 5 deelnemers per trein naar Rotterdam en daar aangekomen eerst aan de koffie. Daarna was er wat verwarring over lopend naar het museum of per tram. Uiteindelijk gingen we in twee groepjes allemaal lopen, waarbij 2 dames bij het verkeerde museum waren aangekomen. Hierdoor moesten ze extra stappen doen, wat niet zo fijn was gezien het miezerige weer. Eerst hebben we van een heerlijke lunch genoten in een klein restaurant met uitzicht op het brede water. De tentoonstelling was zeer de moeite waard met borduurwerk op een kimono, maar ook Mexicaanse of Afrikaanse borduurstukken. De terugweg had een minder plezierige kant: vanaf Amersfoort moesten we staan!
Op woensdag 20 september hebben we de bus genomen, dit keer naar Nunspeet. We waren met 8 personen. Het Noord-Veluws museum had van een Amsterdamse kunstenaar een tentoonstelling samengesteld met veel kleur. Deze Eugene Brands heeft ook lang een atelier in Nunspeet gehad, dus deze keuze ligt voor de hand. Een film met een interview met deze kunstenaar was heel verhelderend, want er was werk uit diverse periodes. Vooral uit zijn begin periode was er prachtig werk te zien.
Over de reis, die begon vreemd: een meermanskaart kon de chauffeur niet printen, dus hij zei: Loop maar door. M.a.w. we hebben de heenreis niets betaald. Dames die later instapten hadden dat voordeel niet. Verder reed de chauffeur door bij halte centrum Nunspeet, waardoor we nog flink wat moesten lopen! Na het museumbezoek hebben we een leuk terras gevonden voor een loempia, saté en andere lekkere dingen. En op 2 na besloten we nog even te shoppen. Goed geslaagd met onze inkopen reden we terug.
Het laatste museumbezoek voor dit jaar staat ook weer op een donderdag op de agenda: dan wordt het 30 november. In december is niets gepland.
Lezing Rien Poortvliet
Ans van Kesteren
De wereld van Marinus (Rien) Poortvliet. Illustrator, schrijver en verteller. Een lezing door Walter Lodewijk. Rien Poortvliet werd op 7 aug. 1932 in Schiedam geboren bij streng gereformeerde ouders. Hij ging naar de mulo, daarna kwam de dienstplicht. De kunstacademie was geen optie, dus ging hij werken bij een reclamebureau dat in opdracht van Unilever werkte. Hij huwde met Corry Bouwman, ze kregen twee zoons. Hij is naast zijn baan begonnen met het tekenen van de Daantje-serie.
Ook heeft hij veel met en voor Godfried Bomans gewerkt. Hij was een fervent natuurliefhebber, maar ook een verwoed jager. Dat leverde hem diverse malen kritiek op in de media. In 1968 zegde hij zijn baan op en werd illustrator bij Uitgeverij Unieboek. Ze verhuisden in 1979 naar Soest.
Zijn oeuvre was divers: dieren, jachttaferelen, kinderboeken, ook met kinderversjes, boeken over Christus (met teksten van een dominee), de geschiedenis van zijn familie. Er zijn gigantisch veel boeken gedrukt in 21 talen.
Ook werden er puzzels, kaarten, etc. gemaakt aan de hand van zijn werk. Zijn vader overleed in 1973, zijn moeder in 1992. Op latere leeftijd werd hij toch door zijn ouders geëerd. In 1977 liep hij als lakei naast de gouden koets naar de Ridderzaal. Hij kreeg contact met Prins Bernard en heeft daardoor ook veel getekend in opdracht van Europese vorstenhuizen. Hij stierf in 1995, op 63-jarige leeftijd aan botkanker.
Zijn museum in Middelharnis werd geopend in 1992, maar sloot in 2006 wegens geldgebrek. In 2009 is er een nieuw museum geopend in Tiengemeten.
Godfried Bomans heeft het laatste boek: "De wereld van Rien Poortvliet" geschreven.
Vervolgens hebben we een dwarsdoorsnede alle tekeningen uit diverse boeken gezien.
Met als slotstuk een (niet helemaal zuiver) koor van de toeschouwers n.a.v. kinderversjesboek.
Muziekgeschiedenis Passiemuziek
Op 24 maart hebben we al weer de derde les van de muziekgeschiedenis afgesloten van dit voorjaar. We zijn begonnen met het ontstaan van de muziek in de passietijd. Allereerst was er in het Gregoriaans het reciteren van de Bijbelteksten. Hieruit kwamen de Passionen voort, zoals we die nu kennen. We hebben stukjes in het Duits, Engels en Nederlands (volgens een hertaling door Jan Rot) gehoord. Ook hebben we muziek gehoord die gemaakt is op de zeven kruiswoorden, Dit zijn de zeven zinnen - uit diverse evangeliën - door Jezus uitgesproken aan het kruis. Muziek van Pergolesi, begin 1700 tot muziek van James Macmillan uit 1993. De laatste keer hebben we diverse muziekstukken gehoord, zoals van Beethoven: Christus am ölberg, Christus op de Olijfberg , Litzt : Via Crucis ( de Kruisweg) , zelfs van koren uit de Russisch Orthodoxe kerk. Dank zij de voortreffelijk uitleg en het enthousiasme van Alice hebben de deelnemers erg van deze lessen genoten. In het najaar van 2023 begeven we ons naar Zuid-Amerika. Dat wordt temperamentvolle muziek! Met onder andere de levendige tango, virtuoze gitaarmuziek, de missa criolla en de invloed van de volksmuziek op de klassieke muziek. De data zullen in het maandbericht worden bekend gemaakt. Ans van Kesteren
Lezing ‘Van Vijgenblad tot Spijkerbroek’
Na afloop van de jaarvergadering werd het podium vrijgemaakt voor de lezing ‘Van Vijgenblad tot Spijkerbroek’. Deze lezing is samengesteld door cliënten van Villande, een kleine woonvoorziening voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Onder leiding van de ons welbekende Jan Bark hebben Bas, Danielle, Merel en Mike zich verdiept in de geschiedenis van kleding en mode.
Allereerst werd uitleg gegeven over de diverse materialen die vroeger en nu nog steeds gebruikt worden. Vervolgens kwamen in rap tempo diverse tijdsperioden voorbij met de daarbij behorende kleding. Via de Neanderthalers en préhistorie kwamen we bij Middeleeuwen, Gouden Eeuw, Victoriaanse tijd en Industriële Revolutie. Om na de dertiger jaren, flower power en discotijdperk in het heden te belanden En over iedere periode was wel een wetenswaardigheidje te noemen bv de luizenbol, de kachelpijpen, de drollenvanger, de queue of de hotpants. Modetrends, materiaalkeuze, verschil in kleding tussen rijk en arm of tussen mannen en vrouwen werd uitgebreid belicht. Als laatste kwamen de vele verschillende klederdrachten in Nederland aan bod en werd nog even aandacht besteed aan diverse uniformen van bv verpleegsters, nonnen, brandweermannen en postbodes.
Een groot applaus (en een envelop met inhoud) was het welverdiende loon voor deze leuke presentatie die door deze bijzondere mensen met zoveel zorg in elkaar was gezet. En met een zucht van verlichting namen zij afscheid, want presenteren is toch wel een spannende aangelegenheid. Anne-Mieke Schuiten
Boek & Film
We hebben de film Women Talking gezien. Een aangrijpende film over verkrachting en mishandeling van vrouwen door de mannen uit hun eigen Mennonieten gemeenschap. Maar ook een film over vrouwen die opkomen voor hun eigen recht, vreedzaam willen handelen en als volwaardig lid van de gemeenschap behandeld willen worden. Een film over vrouwen die angst voelen maar daadkracht vertonen om de kinderen uit hun gemeenschap te redden. De meisjes mogen niet langer gevaar laten lopen verkracht te worden; de jongens mogen geen onderdeel worden van een gewelddadige gemeenschap die denkt rechten te hebben over de vrouwen. Een film over vrouwen die elkaar steunen wanneer ze het moeilijk hebben. En dat geeft een mooie inkijk in een gesloten gemeenschap. Aline Jansen
Boek & Film
Aline Jansen
We keken naar de film ‘Mijn haat krijgen jullie niet’. Een treurige en beklemmende film maar ook een film die bemoedigend was. Bemoedigend in de zin van dat we door een aanslag van welke aard dan ook niet moeten haten. Haat ligt op de loer als je geliefde gedood wordt door een zinloze daad. Maar haat vergiftigd ook je leven. Een post op Facebook werd door Facebookgebruikers gedeeld en opgepikt door krant en nieuwszenders. En die post mondde uit in een boek en een film.
De peuter van 17 maanden speelde voortreffelijk zijn rol. Hoeveel filmuren zouden daar in zijn gaan zitten? Na de film hebben we een wijntje gedronken om even onze zinnen te verzetten want om met zoveel narigheid en drama in het hoofd te gaan slapen is niet goed (werd ons tijdens de lezing verteld).
Maandbijeenkomst: 10 met een Griffel en een zoen van de juffrouw
Ans van Kesteren
Op dinsdag 15 november 2022 heeft Jan Bark een - door de corona diverse keren uitgestelde - lezing gegeven over het bovengenoemd onderwerp.
Rond 1700 kregen alleen kinderen van rijke ouders onderwijs, vaak door een privéleraar, ook waren er kloosterscholen. Later waren er dorpsschooltjes die midden in een dorp stond. De meester ontving 100,-- gulden per jaar, plus af en toe iets in natura. Aan de muur hingen houten schooltassen waar ze hun spulletjes in konden bewaren, vaak eenvoudig uitgevoerd; een enkele was mooi beschilderd. Het ging er streng aan toe in die tijd: De meester had een houten plak waar hij op de open hand een klap uitdeelde. "Onder de plak zitten", komt daar vandaan. Of hij gooit een stoffen vogel met een zware vulling naar een leerling: "de pechvogel" als hij/zij die terug brengt naar de meester wordt er een bord met de afbeelding van een ezel om zijn/haar nek gehangen of er werd een pet met ezelsoren opgezet. De meester zat achter een lessenaar op een verhoging. In latere jaren werd als straf: in de hoek staan, nablijven, en strafregels gegeven.
Als lesmateriaal hebben we als eerste het Hornbook gezien, een houten plank met perkament en daar over heen een dun laagje hoorn. Deze was van oorsprong Engels. Begin 1800 kwam de letterkast van P. Prinsen, waar je in het midden woordjes kon maken. Later het leesplankje van M. Hoogeveen en van Jetses. Het allereerste schrijfmateriaal was de ganzenveer. Daarna hebben we een griffeldoos en leien met een sponsdoosje, aan de ene kant een nat sponsje en aan de andere kant een zeemlapje. Het potlood en de kroontjespen met het inktpotje volgt, daarna de moderne schrijfmaterialen.
Ieder van ons zal de poesiealbums herinneren, de handwerklessen en voor de jongens het figuurzagen of kleien, de gymlessen en de zwemlessen in de vijfde klas.
De bewaarschool ontstaat (soort kinderdagverblijf ), de Fröbelschool (Kleuterschool) Op 1 januari 1901 is er de leerplichtwet en in 1955 volgt er een wet voor de kleuterscholen.
We hebben veel diverse mooie platen en foto's gezien, die bij ons allen herkenning en een gevoel van nostalgie en opgeroepen heeft.
Muziekgeschiedenis
Ans van Kesteren
De afgelopen 4 vrijdagmiddagen van de muziekgeschiedenis over het onderwerp "Vrouwen in de muziek" hebben we op 25 november afgesloten. De dames hadden het vaak niet makkelijk in die vroegere tijden.
We zijn begonnen bij de eerst bewaard gebleven muziekstukken rond 1100. Dan springt Hildegard von Bingen eruit. In de kloosters en in de adellijke kringen werden de eerste muziekstukken geschreven, waarvan er diverse bewaard zijn gebleven. Of er muziek door vrouwen gemaakt of geschreven mocht worden, was afhankelijk van de mening van de geestelijke overheden of de heersers aan het hof. We zagen een documentaire over Hildegard von Bingen.
De volgende middag ging over de "Vrouwen van..." , dus o.a. over Fanny Mendelssohn, Clara Schumann, Alma Mahler en Amanda Röntgen. Zij musiceerden en schreven muziekstukken, maar ook zij hadden veel problemen met de mannelijke inmenging. Soms werd hun stuk onder de naam van hun man uitgegeven. De vierde middag ging over de Franse dames in de muziek. De denkwijze over vrouwelijke muzikanten en componisten was in Frankrijk toch een stuk toleranter dan in Duitsland. We hoorden Germaine Tailleferre, zij was ook lid van een gemengde kunstenaarsgroep. Cécile Chaminade is zelfs lid geworden van het Franse Erelegioen. Ook Nadia Boulanger verwierf de 2de prijs in de prix de Rome, haar zus Lili zelfs de 1ste prijs in 1913. De prix de Rome is een aanmoedigingsprijs voor jonge kunstenaars (in 1663 in Frankrijk ingesteld). Ethel Mary Smith was een fanatieke voorvechtster van de feministes. Zij schreef een "Mars voor de vrouwen".
We hebben veel gehoord en genoten.
Het plan is voor 2023 om ongeveer eind maart weer muziekgeschiedenis te organiseren. Met als thema "Passiewerken", dit in de aanloop naar de Pasen. We zullen iets horen over diverse bekende stukken zoals bijvoorbeeld een stukje uit de Johannes Passion, maar vooral ook veel over onbekende Passiewerken. Nadere gegevens krijgen jullie nog.
Actieve ledenmiddag
Om de drie jaar organiseert het bestuur een middag voor de actieve leden. Actieve leden zijn die leden die zich inzetten voor de vereniging en een vrijwilligersklus op zich hebben genomen zoals ledenadministratie, cursussen organiseren, het programma organiseren, helpen bij de organisatie, nieuwsbrieven rondbrengen, Jacobafonds of bij leden die een ziekenhuisopname achter de rug hebben een bloemetje brengen.
Het is lastig om iets leuks te bedenken maar dit jaar was het gelukt en werd er een workshop bonbons maken voor ons georganiseerd. Het was een gezellige middag en voor wie zich ook actief wil inzetten voor de afdeling dan kan dat. Graag zelfs. We hebben nog wat vacatures: organisatie en coördinatie wandelclub, organisatie en coördinatie museumclub, opzetten van een leesclub. Ach, eigenlijk kan en mag alles, als er maar iemand is die het wil organiseren en coördineren.
KONINKLIJK NVVH-VROUWENNETWERK Postbus 11 | 3410 CA Lopik | tel. 06-51982065 | Kantoor: centraalbureau@nvvh.nl | Internetsupport: support@nvvh.nl | © NVVH 2024 |